ASTRO-EN-METEO Archives

Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde.

ASTRO-EN-METEO@LIST.RUG.NL

Options: Use Classic View

Use Monospaced Font
Show Text Part by Default
Show All Mail Headers

Topic: [<< First] [< Prev] [Next >] [Last >>]

Print Reply
Jan Allerd de Boer <[log in to unmask]>
Mon, 11 Oct 2010 10:37:20 +0200
text/plain (5 kB) , binary.jpg (63 kB)
P E R S B E R I C H T

Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA)
---------------------------------------------------------------------------------------------------
Groningen, 8 oktober 2010


Sterke signalen uit de draaikolk rond een nieuw ontdekt zwart gat

Een team Groningse astronomen heeft een zeer sterke en brede
ijzer-emissielijn gevonden in het röntgenspectrum van XTE J1652-453, een
recent ontdekt röntgendubbelstersysteem dat zeer waarschijnlijk een zwart
gat bevat. Het artikel over de ontdekking verschijnt binnenkort in Monthly
Notices of the Royal Astronomical Society.

De ontdekking heeft tot enige opschudding geleid binnen de sterrenkundige
wereld. Dit is namelijk de eerste keer dat zo'n sterke lijn is waargenomen
bij een röntgenbron in ons eigen melkwegstelsel, en niet iedereen is het
erover eens dat de metingen juist kunnen zijn. Maar omdat deze bron
gelijktijdig met twee röntgen-telescopen (XMM-Newton en Rossi X-ray Timing
Explorer) is waargenomen, en de beide instrumenten hetzelfde resultaat laten
zien, zijn de onderzoekers ervan overtuigd dat de metingen aan het
röntgenspectrum zeer solide en betrouwbaar zijn. Bovendien is, naast de
sterkte van de emissielijn, de vorm van de waargenomen lijn een belangrijke
bevinding, omdat deze karakteristiek blijkt te zijn voor een roterend zwart
gat. “Het vaststellen van de rotatie van een object dat zelf niet zichtbaar
is, is vandaag de dag nog steeds een grote uitdaging voor sterrenkundigen”,
zegt eerste auteur Beike Hiemstra, promovenda aan het Kapteyn Instituut van
de RuG.

Zwarte gaten zijn de overblijfselen van zeer zware sterren die aan het eind
van hun leven onder hun eigen zwaartekracht in elkaar klappen. Op een
bepaalde afstand kan zelfs licht niet ontsnappen uit een zwart gat, als
gevolg van het zwaartekrachtsveld waarin de compacte, enorme massa van het
zwarte gat zich bevindt. Een zwart gat wordt slechts gekenmerkt door zijn
massa en zijn rotatiesnelheid. De enige manier om deze te bepalen is de
bestudering van het  gedrag van de materie in de nabijheid van het zwarte
gat. In het geval van röntgendubbelstersystemen, waarin een gewone ster en
een zwart gat om elkaar heen draaien, wordt het gedrag van het gas
bestudeerd dat van de begeleidende ster naar het zwarte gat toe
spiraliseert. Dit gas vormt daarbij een zogenoemde accretieschijf die om het
zwarte gat heen draait en daarbij zo heet wordt dat het röntgenstraling
uitzendt.

Gebruikmakend van röntgentelescopen en door middel van spectroscopie wordt
de straling afkomstig van de accretieschijf en het gas in de nabijheid van
het zwarte gat geanalyseerd. Hierbij wordt gekeken naar de karakteristieke
vorm van het spectrum, dat is samengesteld uit meerdere componenten die het
'continuum' vormen met daarin kenmerkende absorptie- en/of emissielijnen.
Een veelbelovende emissielijn is die van het element ijzer, omdat de vorm
van de lijn wordt toegeschreven aan relativistische effecten die sterker
zijn naarmate het zwarte gat sneller ronddraait.

Een roterend zwart gat heeft als effect dat het de nabije omgeving
(ruimte-tijd) vervormt doordat die wordt meegesleept in de rotatie, waarbij
een snellere rotatie voor een grotere vervorming zorgt. Dit is vergelijkbaar
met een draaikolk in water die dieper en nauwer wordt naarmate hij sneller
draait. Bij een grotere vervorming van de ruimte-tijd kan de accretieschijf
het zwarte gat dichter naderen dan wannneer het zwarte gat niet roteert.
Door de grootte van de binnenste cirkelstraal van de accretieschijf te
meten, kan worden bepaald hoe snel het zwarte gat om zijn as rondtolt. De
ijzer-emissielijn is hiervoor het uitgelezen gereedschap.

De ijzer-emissielijn wordt geproduceerd in de hete atmosfeer die zich rondom
het zwarte gat en de accretieschijf bevindt en wordt weerkaatst op het
oppervlak van de accretieschijf. Door onder andere de rotatie van de
accretieschijf en de afmeting van de binnenste straal krijgt de emissielijn
zijn karakeristieke vorm.Voor het zwarte gat in XTE J1652-453, waarvan de de
massa nog onbekend is maar de bovengrens op 30 zonsmassa's is geschat,
blijkt het profiel van de ijzerlijn te duiden op een binnenste radius van
maximaal 177 km, wat betekent dat hier sprake is van een gematigd roterend
zwart gat.

De sterkte van de emissielijn in XTE J1652-453 blijkt zelfs na een
diepgravende analyse twee tot drie keer hoger te zijn dan alle eerdere in
röntgendubbelsterren waargenomen sterke ijzer-emissielijnen. Er zijn
wetenschappers die denken dat de sterkte van de lijn in XTE J1652-453 een
gevolg is van een niet volledig correct modelleren van het
continuum-spectrum. De onderzoekers van het Kapteyn Instituut in Groningen,
in samenwerking met een aantal instituten in Europa, hebben verschillende
modellen getest die uiteindelijk alle tot hetzelfde resultaat leidden.


Bovendien blijkt uit het spectrum dat door de hoge temperatuur van de
accretieschijf (10 miljoen K) en het nog veel hetere gas in de atmosfeer,
het ijzer zeer sterk geïoniseerd is. Deze hoge graad van ionisatie zorgt
ervoor dat bepaalde reabsorptieprocessen sterk zijn verminderd (of zelfs
niet meer plaatsvinden), waardoor de emissie-processen domineren. “Dit kan
verklaren waardoor de waargenomen emissielijn zo sterk is”, aldus Hiemstra.

"Om dit resultaat te bereiken hebben wij de huidige instrumenten op de proef
gesteld”, zegt Hiemstra’s begeleider Mariano Mendez. “Met toekomstige
ruimte-missies zullen wij de rotatie van tientallen zwarte gaten kunnen
meten, en hopelijk kunnen we dan te weten komen of zwarte gaten snel
roterend worden geboren, of dat ze in de loop van hun leven sneller gaan
tollen.”


Beeld: Artist’s impression van een röntgendubbelster (credit: Rob Hynes)
Opgemaakt persbericht op www.astronomie.nl/



ATOM RSS1 RSS2