P E R S B E R I C H T
Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA)
---------------------------------------------------------------------------------------------------
Amsterdam, 19 februari 2010
First Light: Fotografie & Astronomie 6 maart - 30 mei 2010
Met First Light presenteert fotografiemuseum Huis Marseille in
Amsterdam voor het eerst een grote tentoonstelling over fotografie en
astronomie, waarin bijzondere historische foto’s worden gecombineerd
met de meest spectaculaire beelden van bekende telescopen op aarde en
in de ruimte.
Sinds Christiaan Huygens brengt de Nederlandse astronomie
sterrenkundigen van wereldformaat voort. Die ijzersterke
internationale reputatie weerspiegelt zich ook in de fotografie. In
samenwerking met de Stichting Academisch Erfgoed (SAE) en de
Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA) heeft Huis
Marseille de afgelopen jaren een inventarisatie gemaakt van het
fotografisch astronomisch erfgoed in Nederlandse universitaire en
museale collecties. Hierin zijn vrijwel alle internationale topstukken
op dit gebied terug te vinden. Deze indrukwekkende en soms ontroerende
foto's zijn tegenwoordig alleen nog bekend bij een handjevol
liefhebbers. Toch is hun invloed op de wetenschappelijke ontwikkeling
en promotie van het vak niet te onderschatten.
De manier waarop deze foto’s werden geproduceerd, gepubliceerd,
geïnterpreteerd en gewaardeerd laat nieuw licht schijnen op de
indrukwekkende foto’s van de laatste decennia van beroemde telescopen
als de Hubble. Deze nieuwe beelden, die meestal alleen in digitale
vorm bestaan, zijn voor de tentoonstelling door meester-drukker Peter
Svenson van AAP Lab, in samenwerking met Eyes on Media, op monumentaal
formaat afgedrukt waardoor de detailrijkdom en de fotografische
kwaliteiten optimaal tot hun recht komen. Deze foto’s laten ook zien
dat er veel meer te 'zien' is dan wij met onze ogen kunnen waarnemen.
Zonder licht geen fotografie en zonder licht geen kennis van het
heelal. Fotografie betekent niets anders dan ‘schrijven met licht’.
Het woord is ooit bedacht door de Britse astronoom John Herschel,
naamgever van de vorig jaar gelanceerde, Europese ruimtetelescoop
Herschel. Hij staat symbool voor de alliantie van de fotografie met,
afwisselend, de wetenschap en de kunsten. In de praktijk gaat het in
de fotografie over zichtbaar licht, want de meeste foto’s uit het
dagelijks leven zijn gemaakt met licht dat wij met het blote oog
kunnen waarnemen. Maar de term licht omvat feitelijk alle soorten
lichtdeeltjes (fotonen), met alle golflengten, die zowel binnen als
buiten het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum vallen.
Binnen de sterrenkunde is het woord fotografie dus evenzeer te
gebruiken voor beelden en technieken die onzichtbare werelden voor het
menselijk oog zichtbaar maken.
Aanvankelijk lukte het astronomen alleen hemellichamen te fotograferen
die ook door waarneming bekend waren. Aan het eind van de negentiende
eeuw waren sterrenkundigen al in staat om via de fotografie de grenzen
van de menselijke waarneming af te tasten. Met de komst van de
ruimtevaart en satellieten halverwege de twintigste eeuw werden die
grenzen definitief overschreden. De fotografie heeft astronomen in
staat gesteld vanaf de aarde de afstanden, fysieke structuur,
chemische samenstelling, temperatuur, rotatie, magnetische kracht,
oorsprong etc. van hemellichamen binnen ons eigen zonne- en
sterrenstelsel – en in toenemende mate van andere sterrenstelsels -
steeds nauwkeuriger te zien en dus te bepalen.
‘Babyfoto’s’ van het heelal, zoals die in 1992 en in 2003 in het
nieuws kwamen, raken aan de oorsprong van ons bestaan. Deze opnamen,
die ‘de gloed van de oerknal’ visualiseren, lijken meer op een kaart
dan op een traditionele foto. Toch maken ze duidelijk hoe foto’s van
het universum ruimte en tijd vertegenwoordigen op een schaal die
nauwelijks te bevatten is en buiten onze dagelijkse ervaring van de
wereld ligt. De uitgestrektheid van het universum wordt in foto’s
teruggebracht tot menselijke proporties, maar blijft ongrijpbaar. De
sterrenkunde kent mede daarom een lange traditie in het populariseren
van onderzoek. In de negentiende eeuw verschenen de eerste met
originele foto’s geïllustreerde populairwetenschappelijke publicaties
over sterrenkunde. Tegenwoordig worden de ‘onderzoeksdata’ die
astronomen vergaren ook vertaald naar spectaculaire beelden die via
kranten, tijdschriften, tv en internet de wereld worden ingestuurd.
Sommige foto’s zijn uitgegroeid tot iconen, zoals de door de Hubble-
ruimtetelescoop gemaakte foto van de waterstofwolken in de
Adelaarsnevel, de wereldberoemde Pillars of Creation.
De indeling van de tentoonstelling volgt de structuur van het heelal.
Te beginnen dichtbij, met foto’s van de zon en de maan, om vervolgens
via ons zonnestelsel, de Melkweg en andere sterrenstelsels ver weg te
eindigen met kosmologie en de beelden die dichtbij de oerknal liggen.
Op deze manier maakt de bezoeker niet alleen losjes een reis door de
geschiedenis van de fotografie van verleden naar heden (want de eerste
foto’s werden van de maan en de zon gemaakt) maar ook in
tegenovergestelde richting door de tijd (want hoe verder weg hoe
langer geleden). Daardoor wordt de relatie tussen ruimte en tijd
eveneens visueel inzichtelijk gemaakt.
Het verhaal wordt getoond aan de hand van verschillende vormen van
fotografie die per astronomisch thema worden gegroepeerd, zoals: met
foto’s geïllustreerde boeken en atlassen, sky surveys, fotografische
glasplaten, infrarood-, ultraviolet- en röntgenbeelden, false colour
photography, foto’s gemaakt door telescopen (ESO, Palomar, Lick etc.)
bemande (Apollo) en onbemande ruimtevoertuigen (MER Opportunity), door
ruimtesondes (Cassini, Galileo, New Horizons etc.), door satellieten
(Hubble, Chandra, Spitzer etc.), deep field en wide field imaging en
films.
De titel First Light verwijst naar het moment dat een nieuwe telescoop
voor het eerst zijn ‘ogen’ opent en de eerste waarneming verricht,
het beste te vergelijken met de tewaterlating van een schip. Hoewel de
optische experimenten al zijn uitgevoerd, blijft het spannend of de
telescoop ook op de plaats van bestemming naar behoren functioneert.
Meestal wordt de telescoop voor First Light op een bekend en
spectaculair hemellichaam gericht. De ruimtetelescoop Herschel (met
Nederlandse instrumenten aan boord) had First Light op 14 juni 2009 en
‘keek’ toen naar de Draaikolknevel, een sterrenstelsel op 35 miljoen
lichtjaar van de aarde.
Voor de tentoonstelling zijn ruim 150 objecten (foto’s, boeken,
atlassen) geleend bij: de universiteitsbibliotheken van Amsterdam
(UvA), Groningen, Leiden en Utrecht, het Universiteitsmuseum Groningen
en het Universiteitsmuseum Utrecht, het Sterrenkundig Instituut Anton
Pannekoek, het Kapteyn Instituut in Groningen, het Archief van de
Leidse Sterrewacht, het Rijksmuseum, de Koninklijke Bibliotheek en bij
particulieren.
-----------------------------------------------------------------
Deze e-mail is verzonden aan abonnees van de lijst [log in to unmask]
Zie voor abonneren, adreswijzigen, opzeggen, zelf mailen, toegang archief op:
http://www.astro.rug.nl/~nvws/asmetlst.htm
-----------------------------------------------------------------
|