P E R S B E R I C H T
Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Utrecht/Amsterdam, 7 april 2008
Snelle rotatie niet alleen bepalend voor mengproces in zware sterren
Mengprocessen in zware, hete sterren zijn veel gecompliceerder dan
astronomen tot nu toe dachten. Uit een grootschalig onderzoek met het
FLAMES-instrument op de Very Large Telescope in Chili van meer dan 800
sterren, blijkt dat snelle rotatie niet de enige aanjager is van het
transport van in fusiereacties geproduceerde elementen van het ster-
inwendige naar het oppervlak. De resultaten van het onderzoeksteam,
met onder anderen de Utrechtse promovenda Ines Brott, zijn
gepubliceerd in Astrophysical Journal.
De astronomen hebben met het FLAMES-instrument de chemische
samenstelling van het oppervlak van meer dan 800 sterren in de
naburige (150.000 lichtjaar afstand) Kleine en Grote Magelhaense Wolk
gemeten. Zware sterren roteren met een snelheid tot een miljoen
kilometer per uur en volgens de gangbare theorie komen er meer
elementen uit het inwendige van dit soort sterren, met name stikstof,
aan de oppervlakte naarmate de ster sneller roteert.
Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft van de sterren niet het
voorspelde stikstof-niveau heeft. In 20% van de gevallen werd veel
stikstof gevonden terwijl de sterren langzaam draaien, en in 20% werd
juist weinig stikstof op het oppervlak aangetroffen terwijl het gaat
om snel roterende sterren. Volgens co-auteur Alex de Koter
(Universiteit van Amsterdam) speelt de invloed van magneetvelden
mogelijk een rol bij de ‘mixing’ van elementen in de groep met hoge
stikstofniveaus. De snel roterende sterren met weinig stikstof zouden
dubbelsterren kunnen zijn, hoewel daar in het onderzoek geen
aanwijzingen voor zijn.
Norbert Langer (Universiteit Utrecht) omschrijft de onverwachte
ontdekking van deze twee nieuwe types massieve sterren als een
‘doorbraak’, die de weg baant naar een beter begrip van de manier
waarop het leven van dit soort zware sterren eindigt, als supernova of
als gammaflitser, en van hun restanten, zoals pulsars, magnetars en
zwarte gaten.
Op http://www.astronomie.nl/index.php?comp=874 staat:
Beeld: Stervormingsgebied N11 in de Grote Magelhaense Wolk, waar de B-
type sterren die in dit onderzoek zijn geanalyseerd, zich bevinden.
(Credit: C. Smith & S. Points, CTIO, AURA, NOAO, NSF)
|